Skip to content

Pareltjes in de IT

Het Apeldoornse bedrijf Thinkwise heeft een missie: het wil aan klanten software leveren die de business op een eenvoudige en inzichtelijke manier ondersteunt, met een oneindige levensduur, zowel technisch als functioneel. Daarvoor hebben de oprichters Victor Klaren en Robert van der Linden vijftien jaar geleden het bedrijf opgezet. Zij claimen van het ontwikkelen van bedrijfssoftware aan de hand van een modelgedreven manier een beheersbaar proces te maken.

Met het low code-ontwikkelplatform de Thinkwise Suite beweert het Apeldoornse bedrijf de bedrijfssoftware minimaal acht keer sneller dan bestaande andere methodes te maken, aan te passen of uit te breiden. ‘Bedrijven vinden dat onze oplossing te mooi klinkt om waar te zijn, en te goedkoop’, vertelt medeoprichter en algemeen directeur Robert van der Linden. Daarom biedt Thinkwise een zogeheten testdrive aan: een gratis propositie als bewijs, waarbij de bestaande bedrijfssoftware op kleine schaal wordt gemoderniseerd.

Maar dan nog zijn ict-directeuren van Nederlandse bedrijven terughoudend, merkt hij. Zo voerde Thinkwise voor een tuincentrumketen een testdrive uit nadat de implementatie van een Navision-pakket was mislukt. Hoewel het tuincentrum onder de indruk was van het succes van de proef koos het er toch voor om met Navision door te gaan. Ook een technisch dienstverlener die oude Lotus-applicaties moest vervangen, durfde een overstap naar Thinkwise niet aan.

Van der Linden: ‘Jammer. Ik snap het ergens wel. Mensen zijn bang geworden om iets nieuws te proberen. Ze hebben vaak hun neus gestoten aan bedrijfssoftware. “Het heeft ons niet gebracht wat we er van verwacht hadden”: dat hoor je vaak.’ Daarnaast vindt Van der Linden dat Nederlandse ict-directeuren in vergelijking met hun Amerikaanse collega’s conservatiever zijn. ‘Ze kijken de kat uit de boom en vinden ons ook moeilijk te plaatsen. Wij zijn geen pakketleverancier en doen ook geen maatwerk. Thinkwise is niet makkelijk in een hokje te stoppen.’

Technologieschuld

Tegen deze stroom in is Thinkwise uitgegroeid tot een bedrijf met honderdtwintig werknemers. Het hoofdkantoor is gevestigd in Apeldoorn en er staan vestigingen in Rotterdam en Eindhoven. De klantenportefeuille kent aansprekende namen als VDL, Sligro, Mojo, WEC-Lines, Troostwijk en Vacansoleil. Het bedrijf richt zich op middelgrote bedrijven en instellingen zoals gemeenten. Het gaat vaak om klanten die, zoals Van der Linden het noemt, een ‘technologieschuld’ hebben: systemen die allang vernieuwd of vervangen hadden moeten worden maar wat niet is gebeurd uit angst of verkeerde zuinigheid. Sligro heeft bijvoorbeeld een eigen gebouwd RPG(Report Program Generator)-systeem, VDL heeft naast SAP ook een RPG-systeem in huis en taxatie- en veilinghuis Troostwijk kocht een Navision-systeem waar veel maatwerk op nodig is. ‘Nu het zo snel gaat met digitale vernieuwingen en bedrijven niet snel reageren op marktontwikkelingen, lopen ze het risico de slag te verliezen. Daarom zijn ze op zoek naar vernieuwende, betaalbare en flexibele oplossingen die hen hierbij ondersteunen.’

Voor Sligro vervangt Thinkwise delen van de RPG-omgeving maar is het bedrijf ook betrokken bij vernieuwingstrajecten. Zoals een mobiele oplossing waarmee vertegenwoordigers, die langs de supermarkten rijden, hun bevindingen direct geautomatiseerd kunnen verwerken in plaats van handmatig. Troostwijk vroeg om een registratiesysteem om de taxateur onderweg te ondersteunen en voor Vacansoleil voerde Thinkwise nieuwe backoffice-software in voor de planning, reserveringen en het yield-management.

Het binnenhalen van Sligro zo’n tien jaar geleden betekende voor Thinkwise de eerste grote klant. ‘Dat was voor ons een signaal dat we op de goede weg zaten. De echte doorbraak op de markt kwam met het tekenen van het contract met VDL, een hoogstaand technologiebedrijf waaraan veel mensen een voorbeeld nemen. Als VDL die software koopt, zal het wel goed zijn, is dan de gedachte. Daar hebben wij van geprofiteerd.’ Thinkwise is strategisch softwarepartner van de auto- en vrachtwagenfabrikant en vervangt onder andere de enterprise resource planning (erp)-omgeving die in RPG is gebouwd. Ook heeft Thinkwise een kwaliteitsmanagementsysteem ontwikkeld voor VDL.

Werknemer 900

Van der Linden begon zijn loopbaan in de software-industrie bij het Duitse softwareconcern SAP. Eerst in dienst van de erp-softwareleverancier zelf – begonnen als ‘werknemer 900’ – om daarna zo’n tien jaar lang in de Verenigde Staten te hebben gewerkt bij zijn eigen bedrijf: SAP-implementator Integration Software. Nadat hij zijn bedrijf verkocht aan de Amerikaanse it-dienstverlener Ciber zou Van der Linden directeur in Europa worden. Ciber kocht echter eind 1999 ook in Nederland SAP-partner Solution Partners. Daar werkten vrienden van hem en hij had geen zin om hen leiding te moeten geven. Bovendien begon het werken in een groot bedrijf hem tegen te staan.

Terug in Nederland voerde Van der Linden een aantal consultancyklussen uit en deed hij promotieonderzoek aan de Universiteit Twente naar interfacetechnologie. Centrale vraag: hoe kun je interfaces op een modelmatige manier beschrijven, zodat als een systeem moet veranderen, de interface snel is aan te passen zonder handmatige aanpassingen. Het onderzoek rondde hij niet af maar Van der Linden kwam wel in contact met Victor Klaren. Hij werkte bij het failliet gegane Telic uit Enschede dat veel geld had gestoken in het ontwikkelen van nieuwe, geïntegreerde bedrijfssoftware. Klaren had net als Van der Linden opvattingen over hoe het anders moest op het gebied van erp-software. Zij richtten in 2002 Thinkwise op, informeerde ex-Telic-klanten dat zij de software-ondersteuning wilden voortzetten en begonnen het idee van een softwarefabriek vorm te geven.

Hij heeft bij SAP een prachtige tijd gehad – dat bedrijf was in de jaren negentig zo ‘hot, dat is haast niet meer voor te stellen’ – maar is tot het inzicht gekomen dat het anders moet in de software-industrie ‘De kracht van een erp-pakket is de integratie; voor de afzonderlijke functionaliteit vind je in de markt eigenlijk betere oplossingen. Alleen die erp-systemen zijn zo groot geworden, omdat er zoveel mogelijk medewerkers mee moeten werken, dat aanpassen en implementeren haast niet meer te doen is en veel te duur wordt. Ik wil overigens niet zeggen dat alle pakketsoftware slecht is. Wel dat bedrijfssoftware in algemeen zin drie grote problemen kent.’

Softwarekwesties

Het eerste probleem is de snelle functionele veroudering, waardoor een pakket niet meer goed past bij de business die het moet ondersteunen. Dit proces gaat steeds sneller.

Het tweede probleem is de technologische veroudering: de software is in een bepaalde technologie gemaakt en aanpassingen moeten in diezelfde technologie worden gedaan. Grote pakketleveranciers kunnen zichzelf niet meer vernieuwen; hun technologie zit ingebakken.

Het derde probleem is dat bedrijfssoftware veel te complex is. De enterprise resource planning (erp)-systemen zijn veel te groot geworden met veel functionaliteit die niemand gebruikt, aanpassingen kosten veel tijd met daarbij de nodige risicovolle testen en implementaties duren eindeloos.

Van der Linden: ‘SAP is bijvoorbeeld zo’n veertig jaar gemaakt met Abab/4, een zelf bedachte 4GL-programmeertaal. Wanneer iemand SAP wil aanpassen zal die Abab moeten leren. Maar voor het bouwen van een webportaal of een smartphone- app is weer andere technologie nodig; die moet allemaal aan elkaar worden gekoppeld. En dan heb ik nog niets eens over de applicaties die gemaakt zijn in oude talen als RPG en Cobol; daar zijn amper mensen meer voor.’

‘‘Als ik een bedrijf aan de lijn heb’, vervolgt hij ‘en ik vraag wat voor software gebruiken jullie en ik krijg als antwoord: “SAP” of “Oracle”, dan luidt mijn tweede vraag: “En wat nog meer?” Dan krijg ik een lijst zo lang als mijn arm. En dat wordt maar geaccepteerd.’

Gebruikers zijn ook veel te afhankelijk geworden van softwarebedrijven, vindt hij. Voor hen is software een black box waarvoor ze te veel betalen en angst hebben om het aan te laten passen. ‘Ze krijgen geen garantie dat het dan morgen nog werkt. Terwijl software in een zakelijke omgeving eigenlijk net zo zou moeten werken als thuis. Daar lees je de handleiding niet om een app te installeren. Ga je naar je bedrijf dan moet je een cursus volgen om iets van die software te snappen.’

Innovatieve aanpak

Met Thinkwise willen Van der Linden en zijn compagnon Klaren het compleet anders doen. Hun ‘nieuwe erp-software’ wordt gemaakt middels het modelleerplatform de Thinkwise Suite (met als onderdeel een software factory). Bovendien moderniseert dit platform ook legacy-software. ‘Om het simpel te stellen: in tegenstelling tot de meeste erp-softwaremakers stoppen wij met het geprogrammeer. Daarmee los je die drie vraagstukken met bedrijfssoftware niet op’, stelt hij. ‘Wij kiezen voor modelleren en maken modellen van je organisatie: een procesmodel, een model voor je datastructuur en een voor je gebruikersinterface. Daarnaast hebben we zogeheten technologiestekkers gebouwd voor de verschillende platformen: – web, Windows en mobile – en voor nieuwe platforms, zoals internet of things. Zo’n stekker wordt in een model gestoken en leest alle gegevens uit die nodig zijn om vast te stellen hoe de software moet worden getoond en hoe de verschillende bedrijfsprocessen lopen.’

Hij licht deze opzet van een ‘softwarefabriek’ verder toe: het model, gevuld met businesslogica, is specifiek voor de klant, de stekkers zijn generiek; alle klanten gebruiken dezelfde stekkers. Om te voorkomen dat de stekkers verouderen, werken er bij Thinkwise zo’n vijfentwintig techneuten die deze tools up-to-date houden. Bijvoorbeeld door in de gaten houden welke nieuwe Windowsversie eraan komt en welke nieuwe browsers. Ook houden zij de technologische ontwikkelingen in de gaten en als het nodig is, nemen ze innovaties in de stekkers op. ‘Klanten hoeven zich geen zorgen te maken om de technologie. Het is toch een vreemde gang van zaken dat een ondernemer zich zorgen moet maken dat een nieuwe browser die uitkomt, zijn webwinkel kan verstoren. Daar moet zijn it-leverancier voor zorgen. Maar mijn ervaring is dat die weinig doen aan vernieuwing. Die houden vooral hun systemen in de lucht en melken hun klanten uit. Kijk maar naar de statistieken: volgens onderzoek van Deloitte gaat ongeveer zestig procent van de it-investeringen naar onderhoud en beheer en zestien procent naar bedrijfsinnovatie.’

Thinkwise maakt ook gebruik van de software die een klant al heeft. In die applicaties zitten al zogeheten metamodellen die informatie bevatten over de bedrijfsprocessen. ‘Gegevens uit dat soort datamodellen en de gebruikersinterfaces kunnen wij ‘uitzuigen’ en in onze modellen opnemen. Maar wij doen niet aan het converteren van de oude code. Dat wordt een drama. Je weet nooit welke keuzes een programmeur ooit heeft gemaakt bij het schrijven van de code. Daar willen wij juist van af.’

Grote beheersbaarheid

De directeur wijst er op dat de modellen makkelijk zijn aan te passen op nieuwe ontwikkelingen, voortschrijdend inzicht en veranderingen in wetgeving. Validaties vinden automatisch plaats. Dat geeft volgens hem een veel grotere beheersbaarheid dan een systeem met miljoenen regels code die door een ander dertig jaar geleden zijn geschreven. ‘Wij garanderen dat het morgen weer werkt na een aanpassing. Een ontwikkelaar maakt op elke bladzijde met code een paar fouten. Dit risico maken wij veel kleiner. In elk model zit een code-template waar je een risicoanalyses op kan loslaten. Dat geeft direct inzicht op de gevolgen van een verandering in het systeem. Wij maken de black box, die de software voor de klant voorheen was, open.’

Naast de ‘familiebedrijven’ die Thinkwise bedient, richt het bedrijf zich ook op softwareleveranciers die moeite hebben met het vernieuwen van hun pakketten. Het gaat dan om leveranciers van branchepakketten die een trouw klantenbestand hebben en leven van inkomsten uit onderhoud en maatwerk. ‘Nieuwe softwareversies kunnen ze echter niet meer verkopen. Dat zou betekenen dat de bedrijven op termijn verdwijnen. Via onze software factory kunnen ze hun software wel vernieuwen.’ Voorbeelden zijn Acto Informatisering, een softwarehuis voor de bouw- en installatiebranche, en Antea Group, dat aan gemeenten software levert voor het beheer van de openbare ruimte.

Zonnige toekomst voor Thinkwise en Low code

‘In het begin zagen wij ons nog te veel als technisch bedrijf’, blikt Van der Linden terug. ‘Maar het draait niet om de software maar om de businesspropositie van een klant die moet worden ondersteund. Software is daartoe een middel. Vanuit die invalshoek zie ik Thinkwise ook niet als een softwarebedrijf maar als een businessbedrijf dat klanten bij staat in hun marktbenadering. Het is ook niet voor niets dat wij veel bedrijfskundige informatici in dienst hebben. Die kunnen programmeren én hebben veel verstand van zakelijke processen.’

Directeur Van der Linden ziet een zonnige toekomst voor zijn bedrijf weggelegd.  Thinkwise is actief in de zogeheten markt voor low code development, waar onderzoeksbureaus als Forrester en  Gartner een grote groei voorzien. Voor de komende jaren heeft hij de ambitie om naar Duitsland uit te breiden en actief te worden op de hem vertrouwde Amerikaanse markt. ‘Dat zal dan via partners gaan. Maar alles gaat stapsgewijs. Ik hoef niet op elke markt actief te zijn en bij elke klant binnen te komen. Partijen als Philips en Rabobank toonden bijvoorbeeld interesse maar zijn voor ons nu nog te groot. Ik wil niet opgeslokt worden door grote klanten, zoals Baan ooit door Boeing.’